Op deze pagina staan en komen antwoorden op veel gestelde gps vragen (faq’s) en geven we informatie over leuke weetjes. Soms verwijzen we naar het betreffende hoofdstuk in ons boek gps wijzer. Regelmatig plaatsen we een nieuw gps weetje. Heb je zelf gps vragen, stel ze ons via het contactformulier. We wensen je veel plezier met je gps.
We hebben voor de Garmin Edge en de Garmin smartwatches speciale pagina’s gemaakt.
Joost Verbeek.
Veelgestelde vragen voor je Garmin outdoor gps, zoals de eTrex, GPSMap 62 / 64 / 65 /66, Montana, Monterra, Oregon en Dakota.
In tegenstelling tot een autonavigatiesysteem bevatten niet alle (outdoor) gps-kaarten geen of beperkte gegevens van adressen. Welke kaarten voor de Garmin gps toestellen bevatten wel adresgegevens?
Noot 2021: we adviseren de nieuwste versie van BaseCamp te installeren.
Met ingang van 23 mei 2018 heeft Garmin het programma BaseCamp aangepast om te voldoen aan de privacy wetgeving (AVG/GDPR). Helaas zijn daardoor een aantal functies verwijderd en is er geen nieuwe functie toegevoegd. In de BaseCamp update zijn de volgende functies verwijderd en zullen in versie 4.6.2 ook niet meer werken:
In BaseCamp 4.7.0 is er een ernstige fout met het programma MapInstall. Wil je vanuit BaseCamp kaarten installeren op je gps of op een micro-sd kaart, gebruik dan de versie 4.6.2.
De volgende functie is ook verdwenen, maar nog wel bruikbaar in versie 4.6.2
Wil je terug naar de oude versie, dan kun je deze downloaden vanaf http://www.gawisp.com/perry/mapsource/BaseCamp_462.exe. Tijdens de installatie krijg je wel een melding om de nieuwe versie te installeren, deze kun je gewoon negeren. Ook later bij het opstarten van BaseCamp kun je de update melding krijgen. Zolang er geen nieuwe versie is, negeer je deze melding.
Wanneer je, voordat je de BaseCamp update laat uitvoeren, de naam van de installatie map, waarin BaseCamp op je Windows pc staat, wijzigt van C:\Program Files (x86)\Garmin\BaseCamp in C:\Program Files (x86)\Garmin\BaseCamp1 wijzigt, dan kun je zowel de oude als de nieuwe versie naast elkaar blijven gebruiken.
Er zijn verschillen in de werkbalken in de twee versies van BaseCamp. In 4.6.2. zullen enkele functies niet meer werken.
BaseCamp 4.6.2
BaseCamp 4.7.0
De wandelduur kun je eenvoudig bereken met een Excel blad. We hebben een formulier gemaakt die na invulling van de variabele gegevens een schatting geeft van de te verwachten looptijd van je bergwandeling. Probeer het eens uit.
Het Excel blad is al ingevuld met een aantal gegevens die je kunt wijzigen. Deze gegevens gelden voor een gemiddelde wandelaar. De gemiddelde wandelsnelheid in vlak land is bijvoorbeeld 4 km/uur.
Een gemiddelde wandelaar stijgt ongeveer 400 m/uur. Dit noemen we de verticale klimafstand.
Dalen gaat sneller, ongeveer 600 m/uur. Dit noemen we de verticale daalafstand.
Hoe kun je bepalen hoe snel jij loopt. Het handigste is een opgenomen track te bekijken. Je ziet daarin bijvoorbeeld je gemiddelde bewogen snelheid. wanneer je een heuvel- of bergtocht hebt gedaan, kun je aflezen hoeveel meters je in een bepaalde tijd geklommen of gedaald bent. Op basis hiervan kun je in het onderstaande Excel blad zelf je gegevens naar boven of beneden bijstellen zodat je de wandelduur kunt berekenen.
Bereken de horizontale tijd : afstand / 4km/u (wandeltijd 1).
Bereken de verticale tijd: stijging/400 + daling/600 ( wandeltijd 2)
Bepaal welke van de twee de meeste tijd kost.
Totale wandeltijd = langste wandeltijd + 1/2 van de kortste wandeltijd.
Download het gps wijzer Excel rekenblad: berekening wandeltijd in de bergen
In het Excelblad zijn de standaard en de variabele gegevens ingevuld. De gegevens in de groene velden zijn aan te passen.
Het is te adviseren om je goed voor te bereiden voor een wandelvakantie in de bergen. Lees bijvoorbeeld eens enkele tips op de hiking site of op de website van de Nederlandse Klim en bergsportvereniging (NKBV).
We hebben een aantal ‘bergwandelingen in Nederland voor je voorbereid, zodat je ook in de buurt kunt oefenen om je goed voor te bereiden. Bedenk wel dat lopen in het hooggebergte anders is dan in ons lage Nederland, ondanks dat je hier ook behoorlijke hoogteverschillen kunt afleggen.
In Garmin BaseCamp en op je gps kun je meer dan vijftig verschillende symbolen bij waypoints kiezen. Er is een mogelijkheid om zelf extra symbolen aan te maken. Dit is een zogenaamde custom waypoint.
Van de website poi factory kun je vele kant en klare custom waypoint symbolen downloaden.
Wanneer je onderweg bent en je track of spoor laat loggen, dan zal de tracklengte nooit overeenkomen met de werkelijke afstand. Er zijn allerlei redenen waardoor de tracklengte te lang is. Als eerste zijn de gps’en hobby apparaten en hebben een miswijzing van minimaal een aantal meters. Dus naar mate je meer stilstaat en je langzamer beweegt zal de opgenomen track langer zijn dan de werkelijk afgelegde weg. Ook zijn je instellingen van belang. Laat je vaker loggen dan zal de lengte anders zijn dan wanneer je dat minder vaak doet.
Een bijzonder fenomeen kan zich voordoen wanneer aan het eind van de opname er geen goede ontvangst is geweest of er een andere fout in de track is geslopen. Wanneer je het idee hebt dat de track veel te lang is, kun je deze openen in BaseCamp. Op het tabblad Eigenschappen zie je de trackpoints. wanneer je het laatste punt of punten verwijderd, heb je kans dat de track de normale lengte terugkrijgt. Wanneer je de aan het begin te vroeg – op het moment dat er nog geen goede satelliet ontvangst was – de tracklog hebt gereset, dan zijn er foutieve punten aangemaakt en kun je deze in verwijderen in BaseCamp. Hoe je dit doet, lees je in onze boeken.
Lees nog meer over de lengte van tracks de faq’s
Iemand vroeg ons: als ik een steile bergwandeling maak, meet de gps dan de afstand in het platte vlak of de afstand schuin omhoog en weer naar beneden? Dezelfde vraag kun je je stellen bij een fietstocht in de bergen.
Of de vraag in een tekening: meet de gps de afstand van A naar C of de afstand va A naar B naar C? In dit geval, met een stijginghoek van 45° (ofwel 100 %):
als AC = 10 km, dan ABC = 14,14km (Pythagoras: 1, 1, √2); over de berg is dus 4,14km langer!
Nu zul je zelden zo’n sterke stijging en daling meemaken, maar het blijft interessant om te weten of je bij 20 % stijging 10km hebt afgelegd of 10,198. Verhoudingsgewijs ziet dat er uit als de rechter illustratie: wel minder spectaculair; maar fiets het maar eens omhoog, 5km lang …!
Of bij een bergwandeling in de Hautes Alpes:
De tracklengte geeft aan 10 km. Is dat in een plat vlak gemeten? Of via de top? Heb je 10 km gelopen of 10,218 (bij een stijging + daling van 21%) ?
We hadden zelf een vermoeden: de meting is in het platte vlak. Andere specialisten die we het vroegen, zeiden: we denken dat het de meting over de top is. Maar, zeiden ze, het is een vermoeden; en probeer maar eens proefondervindelijk te bewijzen wat juist is…
Wij bedachten het volgende. Bij het Maarnse Gat, ofwel de Zanderij Maarn, is er een zeer steile trap: naar schatting bijna 450 ofwel bijna 100%. Daar moest iets op te meten zijn…
Al eerder hadden we een simpele proef bij de Lekbrug in Vianen bedacht:
Vraag: hoe lang is de route? Dat bleek 0m te zijn. Ofwel: met de hoogte wordt geen rekening gehouden.
Controle, zowel beneden als boven uitgevoerd: we startten een navigatie van het ene naar het andere wpt; pal onder of pal boven het andere wpt was de Afstand tot bestemming 0 m. Elke meter die we opzij bewogen gaf een meter meer Afstand tot bestemming.
Conclusie: bij navigatie tussen twee waypoints wordt geen rekening gehouden met de hoogteverschillen.
Terug naar de proef in de Zanderij Maarn:
1) de ietsje slingerende track was 32,3 m lang
2) de directe route tussen de 2 wpts was 32 m lang en we weten al dat die route in het platte vlak is gemeten
Omdat track en route (nagenoeg) even lang zijn, zijn beide in het platte vlak gemeten.
Volgende stap: als we volgens de stelling van Pythagoras (a2 + b2 = c2) de lengte van de op de trap gelopen afstand berekenen, dan weten we de trackafstand platte vlak = 32,3m (AB) en de hoogte = 23m (BC) en dus: AC = √(AB2 + BC2) = √(1043,29 + 529) =√1572,29 = 39,7 m. De met het touw gemeten afstand van de leuning was 40 m. Met enig krediet voor de onnauwkeurigheid van een touw en de gps afwijking lijkt dit alles aardig te kloppen en tot de conclusie te leiden:
Het opnemen van een track gebeurt in een plat vlak zonder rekening te houden met de gemaakte hoogtemeters.
Je gps berekent gemiddeld 1 x per seconde je positie en de afgelegde afstand. Zelfs in een snel voertuig op een bochtige weg levert dat een vrij exacte afstandsbepaling op. Deze afstandsmeting kun je in de tripcomputer terugvinden. Je tracklogpunten worden veel minder frequent opgeslagen (afhankelijk van je instellingen) dan er metingen worden gedaan. Dat betekent dat er regelmatig stukjes worden ‘afgesneden’. Hierdoor zal je tracklog dus een vertekend beeld van de lengte van je tocht geven. In het voorbeeld op de afbeelding is de tracklog zo’n 12% korter dan de werkelijke afstand. Lees meer over de instellingen van je tracklog in hoofdstuk 6 van het boek gps wijzer.
De demo modus in je Garmin gps is een handige functie om bijvoorbeeld een route te simuleren. Helaas kennen niet alle gps’en een demo modus.
Je kunt nu je referentiepunt wijzigen. Bij GPS aan is dat korte tijd de plaats waar je je gps de laatste keer uitzette, tot het moment van ontvangen van genoeg satellietsignaal: dan wordt het referentiepunt je huidige positie.
Als je dat referentiepunt verandert, kun je een aantal handelingen verrichten alsof je op die plek – hoever weg ook – was: je kunt een route of (op de kaart getoonde) track bekijken of gesimuleerd rijden, wpts aanmaken, poi’s opzoeken, projecties maken of omgekeerd de projecties aflezen (graden en afstand) als je van 2 wpt’s een directe route maakt enzovoort.
In alle toestellen kan dat door een navigatie te starten naar een bestemming (wpt, via-punt op de kaart, poi, adres) of door de navigatie van een route (niet een track!) te starten. Kies je een bestemming, dan geeft je gps (naast de vraag ‘Wilt u de route gesimuleerd rijden’) de mogelijkheid ‘Naar locatie gaan’. Kies je dat, dan is je nieuwe referentiepunt de gekozen bestemming. Kies je de navigatie van een route, dan zal je gps automatisch het eerste wpt van de route als referentiepunt kiezen. Bij een tracknavigatie lukt dit niet. Maak dan een via-punt aan het begin van de track aan (via Trackbeheer > Bekijk kaart > tik punt in > Ga) en kies nu Naar locatie gaan.
De eTrex, Map62, Oregon 6xx en Montana kennen, als je eenmaal in de demomodus bent, via Satellietpagina > menu nog enkele opties:
Veel voegt dit dus niet toe aan de eerder genoemde opties. Het meest voor de hand liggend is de navigatie naar een bestemming of routebegin > Naar locatie gaan.
Voor een wpt-projectie is de demo modus niet nodig. Waar je ook bent, je kunt altijd een willekeurig wpt oproepen en een projectie uitvoeren. Wel nuttig is de demomodus als je wilt aflezen welke projectiegegevens (graden en afstand) je nodig hebt om door te geven aan anderen. Maak daartoe de twee wpt’s aan en kies het stand-wpt als referentiepunt. Lees vervolgens via Waypoint manager af in welke richting en hoever het andere wpt ligt. Zie je geen graden maar koersletters (NW of Z of zo), verander dan de koersaanduiding via Stel in > Koers van letters in graden.
Wil je meer informatie over je gps kijk eens wat we allemaal geschreven hebben in onze boeken en handleidingen.
Je hebt een leuke tocht ontvangen als gpx bestand. Je wilt dit bestand openen in BaseCamp, maar je krijgt een foutmelding. Een methode die bijna altijd werkt is de volgende.
Wanneer deze methode niet lukt, kun je het bestand nog openen met bijvoorbeeld het programma Notepad++ (download het programma). Probeer in dat programma de fout op te sporen.
Zo kregen we een keer een bestand van iemand die ging varen. Een track van meer dan 2000km. Hij was niet te openen in BaseCamp. Nadat het bestand was aangepast met Easygps heb ik het bestand gecontroleerd in BaseCamp. Er zat een vreemd stukje track – een klein heen en weertje – in. Misschien heeft dit wel de fout veroorzaakt. De gpx was gemaakt via Opencpn.
Wil je meer weten over BaseCamp, lees dan een van onze gps boeken:
Wanneer gebruik je een gevarenzone op je Garmin outdoor gps? We geven hier een leuk voorbeeld. Je gaat al fietsend of wandelend onderweg naar Santiago de Compostella. Je hebt je goed voorbereid en de track in ieder geval op je gps geplaatst. Misschien heb je er wel een directe route bijgemaakt om te zorgen dat je onderweg handigere aanwijzingen krijgt. Je hebt ook overnachtingsplekken opgezocht en er een waypoint van gemaakt. Je weet nog niet precies hoe lang je dagtrips zullen zijn, dus de lengte van de dagtochten is niet bekend. Je bepaalt ter plekke waar je wilt gaan overnachten. De overnachtingsplekken liggen natuurlijk niet altijd precies op de tocht.
Je maakt dan een gevarenzone rond een waypoint aan, zodat je een waarschuwing krijgt zodra je in de buurt bent van de overnachtingsplek. De zone, die je invult bij Nabijheid, moet zo groot zijn dat hij over jouw tocht heen valt. In de afbeelding zie je een voorbeeld. In ons boek gps wijzer lees je meer in de hoofdstukken 4.7, 10.3.2, 16.4.6.a en 18.3.
Je kunt de zone ook op je gps maken. In het hoofdmenu vind je de snelkoppeling Gevarenzone. Daarbinnen tik of enter je op + Alarm maken. Je maakt nu een uit een van de mogelijkheden. Nadat je een keuze hebt gemaakt kun je de radius invullen. Dat wil zeggen dat je ingeeft op welke afstand je een melding wilt krijgen. Standaard staat de eenheid op miles. je kunt dit wijzigen door op de menuknop te drukken of tikken > Wijzig eenheden > Kilometers of Meters.
Op je gps kun je bij een gevarenzone een aantal instellingen maken: Stel in > Tonen / Geluid > Gevarenzones. Je kunt kiezen of je een piep krijgt wanneer je de zone binnen komt (Alarm nadert) en wanneer je de zone weer verlaat (Verlatingsalarm). De tonen hoor je alleen wanneer de instelling Gevarenzonetonen > Aan staat.
Je Garmin gps laat geen piepjes horen als je batterij of accu bijna leeg is.
Je kunt in het programma BaseCamp van Garmin uitstekend routes maken. Daarbij kun je via-punten of waypoints ook naast een weg zetten. Deze punten noemen we glitches. Soms is dat misschien jouw bedoeling. Is het dat niet dan is het vooral voor fietsende routemakers belangrijk de route goed te controleren.
Het kan zijn dat een waypoint of via-punt net naast een pad is geplaatst, waardoor de route als een loodlijn op de weg wordt berekend. Je kunt dan tijdens het navigeren letterlijk het bos ingestuurd worden. Je kunt de punten handmatig controleren door het route-eigenschappenscherm te openen. Als je dan op een routepunt klikt zie je het verschijnen. Staat het op de weg? Zie je het niet? Zet dan linksonder het vinkje aan bij Kaart centreren. Doorloop punt voor punt de route en verplaats de verkeerd geplaatste punten met het handje.
Je kunt ook het programma JaVaWa RTWtool gebruiken: kopieer in BaseCamp de route, open RTWtool en klik op Klembord om de route in RTWtool te plakken. Controleer of het vinkje aan staat bij Instellingen > Algemeen > Corrigeer ‘glitches’. Kopieer de aangepaste route naar BaseCamp door te kiezen voor: Uitvoeren naar > Klembord (Garmin). Klik op Converteer. Ga
weer naar BaseCamp. Plak in de lijst met de originele route de nieuwe route en vergelijk de twee routes.
Je kunt ook op de website van Javawa de glitches aanpassen.
Vroeger kon je tot BaseCamp versie 4.6.2. direct vanuit BaseCamp een track of route in Google Earth openen. Om een track of route in Google Earth te bekijken is het niet perse nodig om dat via BaseCamp te doen. Wanneer je over een gpx bestand beschikt, kun je dat direct openen in Google Earth. Hoe doe je dat? Start het programma Google Earth op. Via Bestand > Openen… kun je een bestand selecteren. Waarschijnlijk staat de voorkeur keuze op Google Earth (*.kml etc). Kies daar voor Gps (*.gpx etc.). Selecteer het bestand en klik op Openen. Je krijgt een scherm en je vinkt in ieder geval het middelste vakje aan. Zie de afbeelding hiernaast.
In de nieuwste versie van BaseCamp (4.7.0) is de koppeling met Google Earth verwijderd. Dit betekent dat je alleen nog de mogelijkheid hebt om via onderstaande optie 1 een tocht (Track of route) of een POI of waypoint zichtbaar kunt maken. Je kunt echter gewoon de oude versie van BaseCamp blijven gebruiken.Wanneer je deze niet meer hebt, kun je deze nog voor Windows downloaden.
De koppeling tussen BaseCamp 4.7.0 en Google Earth Pro is veranderd. De nieuwste versie van Google Earth Pro staat het openen vanuit BaseCamp niet meer toe. Je kunt twee dingen doen om toch de informatie in Earth (Pro) te bekijken:
Wanneer je de oude versie gebruikt, kan het zijn dat de koppeling nog niet goed werkt. We hebben een aantal tips voor het gebruik.
Mocht Google Earth dan nog niet starten vanuit BaseCamp, lees dan hieronder verder. Wanneer je het werkend hebt gekregen, heb je een kans dat wanneer je daarna een update doet naar de nieuwste versie van Google Earth Pro dat het blijft werken. We kunnen echter geen garantie geven. Wil je meer weten over het gebruik van Google Earth en BaseCamp, kijk eens naar onze boeken en handleidingen.
In de Windows versie van BaseCamp lukt het soms niet meer om Google Earth automatisch te starten, tenzij… je een aanpassing op je computer hebt uitgevoerd.
Je moet eerst het volgende bepalen:
Kopieer nu afhankelijk van je systeem een van onderstaande opdrachtregels:
“C:\Program Files (x86)\Google\Google Earth\client\googleearth.exe” /RegServer
“C:\Program Files\Google\Google Earth\client\googleearth.exe” /RegServer
“C:\Program Files (x86)\Google\Google Earth Pro\client\googleearth.exe” /RegServer
“C:\Program Files\Google\Google Earth Pro\client\googleearth.exe” /RegServer
Deze regel ga je nu uitvoeren door de volgende stappen te doorlopen.
Windows 10: Druk gelijktijdig op de knoppen + X. Klik nu op Opdrachtprompt (administrator). Nu krijg je de vraag: Wilt u toestaan dat deze app wijzigingen aan uw apparaat aanbrengt? Beantwoord de vraag met Ja. Plak nu in het zwarte scherm achter de tekst de regel (Ctrl+v of rechtermuisknop > Plakken) en druk op Enter. Sluit het scherm. Nu moet het weer werken.
Andere Windows versies: Druk op de Windows () -toets (Windows 8 + C) > In het zoekvak typ je Opdrachtprompt > Klik met de rechtermuisknop in de lijst met zoekresultaten op Opdrachtprompt en klik dan op Als administrator uitvoeren. Plak nu in het zwarte scherm achter de tekst de regel (rechtermuisknop > Plakken) en druk op Enter. Sluit het scherm. Nu moet het weer werken.
Mocht het nog niet werken, controleer dan waar het programma opstart: rechtsklik op de snelkoppeling van Google Earth op jouw bureaublad en klik dan op Eigenschappen. Er opent nu een scherm. Bij Doel vind je het volledige pad naar het programma Google Earth. Wanneer dit niet gelijk is aan de bovenstaande opdracht, kopieer je dit pad en vervang je dat in de code.
Bestanden met gegevens voor je gps hebben de extensie gpx. Je kent van bijvoorbeeld het programma Word wel de extensie doc of docx en Excel xls of xlsx. Soms zijn deze bestanden ingepakt in een zip bestand en moet je het bestand eerst uitpakken met een unzip programma zoals 7zip. In een gpx bestand vind je waypoints – op sommige toestellen ook wel met de foute naam via-punten genoemd -, geocaches en routes en tracks (ook wel sporen genaamd en op de Edge koersen). Een track bestaat uit vele trackpoints die zich binnen de track bevinden. Deze vind je dus niet als aparte punten in het gpx bestand. Een route kan bestaan uit via-punten die alleen in de route zijn opgenomen en uit waypoints die je wel terugvindt in het gpx bestand. Een combinatie van beiden is ook mogelijk. Er worden geen foto’s of kaarten opgenomen in het bestand. In zo’n bestand kunnen dus meer gegevens staan. Wanneer je vooraf wilt weten wat er in het bestand staat, dan open je het met het gratis programma BaseCamp. Met dit programma kun je gratis gedetailleerde kaarten importeren en al je routes en tracks beheren. De handleiding voor het werken met BaseCamp wordt uitgelegd in onze instructieboeken.
Een gpx bestand kun je openen met BaseCamp. Bij een Mac gebeurt dat direct door er op te dubbelklikken. Bij Windows is er geen standaard programma gekoppeld aan het gpx bestand. Zou je dubbelklikken dan wordt er een verkeerd programma, bijvoorbeeld Acrobat Reader geopend. Er volgt een foutmelding. Je moet het gpx bestand dus eerst koppelen aan BaseCamp. Hoe je dat doet lees je in onze handleidingen.
Je kunt een gpx bestand direct in de juiste map op je gps plaatsen. Het gpx bestand heeft een naam, maar deze naam hoeft niet hetzelfde te zijn als de tracks of routes die in het bestand staan. Soms is de naamgeving zelfs niet handig. Wanneer een track Track01 heet, dan weet je niet welke tocht bedoeld wordt. Je moet bij de naamgeving ook rekening houden met het aantal tekens. Bij de huidige toestellen kan een naam maximaal 49 tekens lang zijn. Bij oudere toestellen slechts 13. Wanneer het bestand twee tracks bevat met vrijwel dezelfde naam (WandeleninGent1 en WandeleninGent2) dan wordt er bij een te lange naam er slechts één herkend.
Wil je exact de inhoud van een gps-bestand bekijken en lezen, open het dan met Notepad/Kladblok. Een handig programma om het bestand te bekijken is Notepad++. Het programma is zowel voor Windows als voor de Mac beschikbaar. Als je het bestand opent zie je de coördinaten van waypoints, trackpoints en via-punten in routes. Je kunt ook de teksten lezen die bij een waypoint zijn opgenomen. Als je wilt zou je gegevens hierin ook kunnen aanpassen, maar of dit handig is…….
Je kunt voorbeelden van gps bestanden downloaden via onze routepagina.
Steeds vaker krijgen we de vraag hoe je zonder computer gpx bestanden van je smartphone op je Garmin gps kunt krijgen. Dat is handig wanneer je op vakantie bent en je thuis de tochten nog niet hebt gedownload. Met een kleine accessoire is dit mogelijk voor een iPhone of iPad met een lightning aansluiting. We leggen het in dit artikel uit.
LET OP: deze cardreader is niet meer verkrijgbaar en functioneert niet meer op de huidige IOS. Lees daarom ook dit artikel
De methode werkt voor alle Garmin outdoor gps’en met een micro-sd kaart. Het werkt niet voor de oudere gps’en zoals de eTrex Vista HCX en GPSMap 60 (CSX). Het werkt ook niet bij de Garmin Edge’s, omdat deze fiets gps’en koersen alleen vanaf de gps zelf aflezen.
Om gpx bestanden over te zetten van je iPhone of iPad naar je gpx heb je een micro-sd kaart (max 32GB) nodig en een Photofast card reader.
Op deze cardreader kun je met behulp van een app bestanden plaatsen. Je kunt via de app ook een mappenstructuur (Garmin/GPX) maken. De cardreader is ook voor andere doeleinden bruikbaar, bijvoorbeeld om foto’s van je iPhone er naar over te zetten. Dus op die manier heb je een mooie back-up van je foto’s.
Het is handig om thuis op je iPhone of iPad vanuit de appstore de PhotoFast ONE app te installeren. Wij hebben hem getest en hij werkt uitstekend.
Hoe je navigeert met je Garmin gps lees je in een van onze boeken, die je hiernaast vindt.
Je kunt met de app One een mappenstructuur op de micro-sd kaart aanmaken. Tik in de app One op Externe opslag > + Toevoegen > Nieuwe map > voer de naam van de nieuwe map in en tik op het vinkje. Tik op de naam van de map en maak zo nodig op dezelfde wijze nog een submap aan.
Wanneer je veel tracks, routes of koersen op je gps hebt staan, dan kun je via de app verplaatsen naar een andere map, zodat je ze wel kunt bewaren.
Voor de Garmin Edge’s met een Bluetooth verbinding kun je via de app garmin Connect koersen naar je Edge verzenden. Hierover gaan we ook nog een artikel schrijven.
Op je gps kun je een micro-sd kaart gebruiken tot 32GB. Hieronder enkele mogelijkheden. Wanneer je er een sd kaarthouder bijkoopt, kun je deze ook gebruiken in je computer.
Met de BaseCamp reisplanner kun je gemakkelijk en snel meerdaagse routes plannen. Wanneer je het maken van routes beheerst, lukt het je ook om via deze Garmin reisplanner een goede tocht voor te bereiden. Voor het maken van routes bekijk je de handleidingen van gps wijzer:
Bij de Garmin reisplanner heb je enkele handigheidjes die je niet hebt bij het maken van een route:
In het menu van de reisplanner zijn de volgende mogelijkheden aanwezig. Sommige zie je pas als je een reis hebt aangemaakt. De meeste opties spreken voor zich.
Aan de linkerzijde in BaseCamp zie je nu geen bibliotheek, maar de reisgegevens. Je kunt op een van de dagen klikken voor meer gegevens. Je ziet dan ook de route op de kaart verschijnen.
Je kunt ook een nuttig punt toe te voegen. Daarvoor schuif je eerst met de tijdbalk zodat je op het juiste tijdstip tijdens jouw route een nuttig punt gaat vinden.
Als je daarna het vinkje bij Zoeken langs de route aanvinkt en daaronder iets invult, wordt er naar – in dit geval – een café gezocht. Je ziet ook hoe ver het café van de route weg is. Zodra je het toevoegt wordt er een nieuwe route berekend door de BaseCamp reisplanner.
Zodra je alle hubs en tussenpunten hebt toegevoegd, kun je de reis verzenden naar de gps. Rechtsklik in de bibliotheek op de reis en selecteer Verzenden naar en selecteer de interne opslag van de gps. De routes en waypoints worden naar de gps verzonden.
Voor het gebruik van een Garmin smartwatch of Garmin Edge, adviseren we je van de route een track te maken. Deze track kun je dan naar je gps verzenden.
Je kunt het programma BaseCamp gratis downloaden van de Garmin website. De volledige instructie voor dit programma vind je in de hierboven genoemde boeken.
In de oudere modellen (gpsmap 60, eTrex Vista/Legend/Summit) gebruik je een sd’tje van maximaal 4GB. Je kunt daarop slechts één kaartbestand plaatsen. De Oregon 200/300/400/450/550 en Dakota 10/20 kunnen ook een 8 of 16 gig kaartje aan. De moderne toestellen kunnen allemaal tot 32 gig hebben. Maar of dat nodig is? Eén kaartbestand mag namelijk 4 GB maximaal zijn; dat is bijvoorbeeld de reden waarom Open Fietsmap de kaart van Europa voor je gps in delen aanbiedt. Ook kan je gps niet een onbeperkt aantal kaarttegels (waaruit de bestanden bestaan) verwerken. Werk je met veel grote kaartbestanden, dan is het aan te raden die te verdelen over 2 of 3 (makkelijk te verwisselen) sd’tjes van 8 of 16 gig te verdelen. Hoe je kaartbestanden op je gps zet, lees je in hoofdstuk 15 van het boek gps wijzer.
Hieronder kun je zoeken naar micro sd kaartjes:
Met het programma Garmin Express wordt elke keer wanneer je je gps aan je computer verbindt, gekeken of er een update beschikbaar is. Met toestellen die beschikken over een Wifi connectie, kun je ook via deze verbinding een nieuwe update van de software downloaden en daarna installeren. Belangrijk is verder dat je regelmatig controleert of er een nieuw taalbestand is. Lees verder hoofdstuk 16.1 en 16.3 van het boek gps wijzer.
Hoe kan ik mijn toestel terugzetten in een vorige software versie? Je bent niet tevreden over de nieuwe functies. Of de software werkt toch niet goed. Kijk eens op GPSArchive of je daar een vorige goed werkende versie vindt. Let op het is geen https website.
Als je gps software up to date is en je toch problemen hebt, kun je een aantal handelingen verrichten om het probleem op te lossen; in uiterste instantie besluit je tot de master reset. Je kunt wel eerst een backup van je toestel maken, indien dat nog mogelijk is. Dat kan met het programma Javawa device Manager (JDM).
Die master reset is voor elk toestel weer anders. Voor de Map 6x gaat dit als volgt: druk op Enter + Page + Aan/Uit. Laat Aan/Uit los als het Garmin-logo verschijnt en wacht tot er een vraag verschijnt.Voor het oplossen van problemen en het uitvoeren van master reset op een ander toestel lees je hoofdstuk 12.1.1 van het boek gps wijzer.
Hoe krijg ik al die vervelende html-codes in mijn geocache-beschrijving weg?
Als je een cache van www.geocaching.nl direct naar je gps verstuurt (via de button Send to My GPS,) kan het zijn dat de tekst op je gps scherm vol met html-codes zit. Verwijderen kun je ze niet. Je kunt het probleem wel vermijden door via de button GPX file de cache als gpx-bestand te downloaden en dat bestand vervolgens te kopiëren naar de map [GPS]:\Garmin\GPX in je toestel. Het verschil is daarna groot; zie de beide afbeeldingen!
Steeds vaker krijgen we de vraag hoe je een gps bestand (gpx formaat) op je gps kunt krijgen. Afhankelijk van het type Garmin gps zijn er een aantal mogelijkheden. We geven hier een overzicht van de mogelijkheden hoe je een gpx bestand op je gps kunt zetten vanaf je mobiel. De exacte instructies en tips en trucs lees je in onze handleidingen.
Natuurlijk kun je altijd via je computer met een kabel het gpx bestand op je gps zetten. Let wel op dat je het in de juiste map zet, anders wordt het bestand niet uitgelezen. Alle instructies hiervoor vind je ook in onze boeken en handleidingen.
De Garmin Edge instructie lees je in het boek GPS Wijzer voor de recreatieve en sportieve fietser.
Voor de GPSMAP 66, 67 en Montana 7xx vind je de uitleg in het boek GPS Wijzer, voor de Garmin outdoortoestellen.
De informatie voor de Fenix, Epix en andere smartwatches wordt in de handleidingen voor de Garmin smartwatches uitgelegd.
Snelkoppelingen zijn handige knopjes op je scherm om snel een handeling te kunnen doen. Je kunt ze alleen aanmaken en gebruiken als je een Oregon 6xx/7xx of een Montana hebt. In de afbeelding hiernaast zie je drie snelkoppelingen: navigeren naar een coördinaat, navigeren naar horeca en het markeren van een waypoint.
In hoofdstuk 10.2 van het boek gps wijzer lees je er alles over.
Snelkoppelingen kun je alleen aanmaken en gebruiken als je een Oregon 6xx/7xx of een Montana hebt. In hoofdstuk 10.2 van het boek gps wijzer lees je er alles over. Hoe je een snelkoppeling Thuis maakt beschrijven we specifiek in hoofdstuk 10.2.4. In alle modellen kun je ook een poi Thuis plaatsen. Hoe? Lees het in hoofdstuk 18 van het boek gps wijzer.
Iemand vroeg ons: als ik een steile bergwandeling maak, meet de gps dan de afstand in het platte vlak of de afstand schuin omhoog en weer naar beneden? Dezelfde vraag kun je je stellen bij een fietstocht in de bergen.
Of de vraag in een tekening: meet de gps de afstand van A naar C of de afstand va A naar B naar C? In dit geval, met een stijginghoek van 45° (ofwel 100 %):
als AC = 10 km, dan ABC = 14,14km (Pythagoras: 1, 1, √2); over de berg is dus 4,14km langer!
Nu zul je zelden zo’n sterke stijging en daling meemaken, maar het blijft interessant om te weten of je bij 20 % stijging 10km hebt afgelegd of 10,198. Verhoudingsgewijs ziet dat er uit als de rechter illustratie: wel minder spectaculair; maar fiets het maar eens omhoog, 5km lang …!
Of bij een bergwandeling in de Hautes Alpes:
De tracklengte geeft aan 10 km. Is dat in een plat vlak gemeten? Of via de top? Heb je 10 km gelopen of 10,218 (bij een stijging + daling van 21%) ?
We hadden zelf een vermoeden: de meting is in het platte vlak. Andere specialisten die we het vroegen, zeiden: we denken dat het de meting over de top is. Maar, zeiden ze, het is een vermoeden; en probeer maar eens proefondervindelijk te bewijzen wat juist is…
Wij bedachten het volgende. Bij het Maarnse Gat, ofwel de Zanderij Maarn, is er een zeer steile trap: naar schatting bijna 450 ofwel bijna 100%. Daar moest iets op te meten zijn…
Al eerder hadden we een simpele proef bij de Lekbrug in Vianen bedacht:
Vraag: hoe lang is de route? Dat bleek 0m te zijn. Ofwel: met de hoogte wordt geen rekening gehouden.
Controle, zowel beneden als boven uitgevoerd: we startten een navigatie van het ene naar het andere wpt; pal onder of pal boven het andere wpt was de Afstand tot bestemming 0 m. Elke meter die we opzij bewogen gaf een meter meer Afstand tot bestemming.
Conclusie: bij navigatie tussen twee waypoints wordt geen rekening gehouden met de hoogteverschillen.
Terug naar de proef in de Zanderij Maarn:
1) de ietsje slingerende track was 32,3 m lang
2) de directe route tussen de 2 wpts was 32 m lang en we weten al dat die route in het platte vlak is gemeten
Omdat track en route (nagenoeg) even lang zijn, zijn beide in het platte vlak gemeten.
Volgende stap: als we volgens de stelling van Pythagoras (a2 + b2 = c2) de lengte van de op de trap gelopen afstand berekenen, dan weten we de trackafstand platte vlak = 32,3m (AB) en de hoogte = 23m (BC) en dus: AC = √(AB2 + BC2) = √(1043,29 + 529) =√1572,29 = 39,7 m. De met het touw gemeten afstand van de leuning was 40 m. Met enig krediet voor de onnauwkeurigheid van een touw en de gps afwijking lijkt dit alles aardig te kloppen en tot de conclusie te leiden:
Het opnemen van een track gebeurt in een plat vlak zonder rekening te houden met de gemaakte hoogtemeters.
Veel vragen krijgen we over het maximum aantal punten in een route of track. Hopelijk weet je het verschil tussen een route en track/spoor op je gps. We geven hier kort aan welke maxima je kunt gebruiken. Wil je alles weten over routes en tracks lees er veel meer over in onze boeken gps wijzer.
We geven hieronder aan welke hoofdstukken meer informatie geven over het aantal dat je mag gebruiken in een track of route. Je vindt daar ook informatie over het gebruik en het maken van routes, tracks en koersen.
Voor outdoortoestellen lees je in het boek GPS Wijzer de hoofdstukken 6.11 (aantal trackpoints); 12.2, 16.4.9 en 17.12 (aantal routepunten).
Voor de Garmin Edge lees je: GPS wijzer voor de Garmin Edge: hoofdstukken 25 en 37. Lees zeker ook het hoofdstuk over de verschillen tussen koersen, tracks en routes (hoofdstuk 29).
Sommige kaarten bevatten hoogtelijnen, maar veel fietsers, wandelaars vinden deze te beperkt. Toch zijn er mogelijkheden extra hoogtelijnen in beeld te krijgen. Dat is natuurlijk vooral in heuvel- en bergachtig gebied interessant. Je krijgt daardoor een betere indruk van de steilte.
Hoogtegegevens zijn opgenomen via een Amerikaanse spaceshuttle. Dit zijn de Shuttle Radar Topography Mission (SRTM) gegevens. De SRTM-gegevens zijn van de hele wereld met uitzondering van de poolgebieden beschikbaar. Informatie over SRTM vind je op Wikipedia. Ook Europa heeft gegevens verzameld in het Lidar (Light Detection And Ranging) project. Het voordeel van Lidar ten opzichte van SRTM is dat de Lidar hoogtelijnen vloeiender zijn. De Lidar gegevens zijn voor Garmin alleen terug te vinden in Kleineisel en beschikbaar voor Duitsland de Alpenlanden, Scandinavië, Nepal, Iran en Westelijk Afrika. Op de website van Kleineisel klik je eerst bij Inhalt op het betreffende land en daarna kies je onder Höhenlinien het gewenste bestand. Je kunt kiezen uit een bestand met elke 10, 20 of 100m een hoogtelijn.
Op OpenTopoMap vind je van alle landen naast OSM kaarten ook de hoogtelijn bestanden. Per land kun je deze downloaden en naar de juiste map in je gps kopiëren. Je kunt de kaart ook tonen in BaseCamp door deze te kopiëren naar de map C:/ProgramData/Garmin/Maps/, maar dan zie je de kaart niet over andere kaarten liggen.
Tenslotte noemen we nog de kaarten van thkukuk. Ook daar vind je bestanden voor hoogtelijnen.
Voor de juiste toepassing en instellingen lees je voor de outdoortoestellen hoofdstuk 15 van het boek gps wijzer en voor de Garmin Edge het boek gps wijzer voor de recreatieve en sportieve fietser.
Kun je de DEM kaart nu verwijderen van je Garmin? Nee doe dat vooral niet. Deze kaart bepaalt het hoogteprofiel in bijvoorbeeld een route of een track die hoogtegegevens mist. De toegevoegde hoogtelijnen kaart geeft slechts een visuele toevoeging aan je kaart en voegt dus geen extra hoogtegegevens toe.
Het is niet nodig de gegevens te updaten, omdat hoogtegegevens nauwelijks wijzigen.
Er zijn ook hoogtegegevens van Nederland beschikbaar, maar deze kun je niet direct op je Garmin gebruiken. Een mooi kaart beeld van de Nederlandse hoogtes vind je hier. Voor Vlaanderen kijk je hier.
Er zijn verschillende oorzaken mogelijk waarom het kaartbeeld in het boek anders is dan op jouw gps of in BaseCamp. Wij gebruiken meerdere kaarten, zoals de Topo BeNeLux, de Open Fietsmap en de Garmin Topo Pro Nederland. Heb jij bijvoorbeeld de Open Fietsmap, dan zullen onze afbeeldingen die gebaseerd zijn op de andere kaarten sterk afwijkend kunnen zijn, vooral grafisch, maar ook wat betreft de ingetekende wegen en paden en poi’s. Maar ook als het boek en jouw pc de Open Fietsmap gebruiken, kunnen er verschillen zijn door kaartupdates (van de Open Fietsmap). Kaarten maken gebruik van een bestand, de typ file waarin de informatie zit, hoe de kaart er uit komt te zien. Het is mogelijk om deze typ file aan te passen. Ook kan het zoomniveau een rol spelen: bij sterker uitzoomen, verdwijnen nogal wat details; dit is ook afhankelijk van het in BaseCamp ingestelde kaartdetail niveau. Gebruik je op je pc de in sommige toestellen meegeleverde Garmin TopoActive kaart, dan wordt het beeld weer heel anders. Vergelijk de afbeeldingen hieronder, allen van dezelfde locatie, op de Topo BNL, de OFM en de Garmin Pro NL; eerst op zoomniveau 200 m en dan op 500m; kaartdetail gemiddeld. Lees meer over kaarten en BaseCamp in hoofdstuk 13 t/m 16 van het boek gps wijzer. Je vindt ook nog meer informatie over kaarten op onze kaartenpagina.
Met InReach satelliet communicatie kun je met een daarvoor geschikt toestel allerlei communicatiefuncties gebruiken. De handigste functie is misschien wel de SOS functie als je in nood bent. Het gebruik van een toestel met Garmin Inreach satelliet communicatie is vooral handig als je naar een gebied gaat waar geen of een slecht internet bereik is. Ga je bijvoorbeeld de bergen in of een groot bosgebied, dan heb je al snel geen bereik meer met je smartphone. Een Garmin Inreach toestel maakt gebruik van de Iridium satellieten en heeft daardoor overal op aarde 100% bereik. We geven hier enige toelichting op het gebruik en aanschaf.
Er zijn gps toestellen die beschikken over zowel InReach functies als alle navigatie opties. Dit zijn de Montana 700i, Montana 750i, GPSMAP 66i , GPSMap 67i en de GPSMAP86i/sci. Daarnaast heb je de InReach mini die alleen de InReach functies aan boord heeft. Je kunt dit toestel wel koppelen met andere Garmin toestellen. is een onderscheid tussen toestellen die kunnen communiceren met een InReach toestel en De Garmin toestellen met InReach functies zijn de duurdere toestellen van Garmin.
Voor een goed gebruik moeten de toestellen binnen drie meter van elkaar zijn. Op de GPSMAP 66i/67i/86i/86sci druk je twee keer op de Menu knop en op de Montana 700i/750i tik je op , zodat je in het hoofdmenu komt. Kies achtereenvolgens Stel in > Sensors > inReach Remote. Selecteer Ingeschakeld > Aan en Verificatie > Uit. Koppel nu je toestel.
To send a preset message, select
, and select a message from the list.To send a text message, select
, select the message contacts, and enter the message text or select a quick text option.To view the timer and distance traveled during a tracking session, select
.Wanneer je in noodsituaties een SOS bericht wilt verzenden, selecteer SOS. Hierdoor wordt een noodsignaal met je locatiegegevens verzonden.
In het programma BaseCamp van Garmin kun je bij de koers instellingen vijf keuzes maken. Wat betekenen deze verschillende keuzes en waar zie je het terug. We geven uitleg bij deze instelling. Garmin kent de volgende koers instellingen:
Wil je meer weten, lees bijvoorbeeld de koersen wiki. Je kunt uiteraard ook een kaart en kompas boek raadplegen.
Hierna zie je afbeeldingen nadat er verschillende instellingen zijn gemaakt. De lijn is getrokken van rechtsonder naar linksboven. Het getal geeft de koers aan in graden.
Ook als je het eigenschappenscherm van een route of track opent dan zul je zien dat er bij elk punt een koers staat. Wanneer je de instelling aanpast, moet je eerst Basecamp afsluiten en weer opnieuw opstarten om de wijziging te zien bij de route of track.
Tenslotte zie je in BaseCamp als je een route of track tekent onderaan het scherm de koers ten opzichte van het laatste punt.
Het is mogelijk via Google Maps routes te maken. Het is vooral interessant voor fietsers, omdat Google Maps steeds meer fietswegen en -paden bevat. We leggen je uit hoe je hiermee je routes maakt en importeert in BaseCamp. Voor wandelaars staan er veel te weinig paden op en daarom adviseren we je een andere planner zoals BaseCamp, RouteYou of Komoot te gebruiken.
In Google Maps kun je heel gemakkelijk een waypoint maken van een gevonden locatie (adres of nuttig punt). De methode beschrijven we in onze boeken en handleidingen:
Wanneer er te veel tracks of koersen op je gps staan dan worden nieuwe niet meer uitgelezen. De gps kan dus met een beperkt aantal tracks, routes of koersen (Garmin Edge) werken. Af en toe je gps opschonen is dus een goed plan. Na een vakantie is het een mooi moment om dat te doen. Maar welke gegevens kun je verwijderen? En hoe kun je ze bewaren?
Voordat je gegevens verwijdert, is het altijd verstandig een back-up te maken van je toestel. Dat kan met het programma Javawa Device Manager. Je kunt ook gegevens uit bepaalde mappen naar je pc of laptop kopiëren. Maak daar een handige structuur aan. Maak bijvoorbeeld per land of regio of vakantieperiode een mapje aan. De bestanden zijn gpx of fit bestanden. Deze bestanden kun je later openen in BaseCamp om ze daar alsnog te bekijken. De mappen waar deze bestanden in staan lees je hierna.
Als je een outdoor gps hebt is het verstandig om in ieder geval de map [GPS]:\Garmin\GPX op te ruimen. Wanneer je een eTrex 25/35, Oregon 600/650/700/750 of GPSMap 64/66 hebt dan kunnen er ook gegevens opgeslagen worden in de map [GPS]:\Garmin\Activities. Dit zijn je opgeslagen activiteiten. Lees meer over de outdoor toestellen in het boek gps wijzer.
Als je een Garmin Edge hebt dan kun je je activiteiten wissen uit de map [GPS]:\Garmin\Activities en de koersen uit de map [GPS]:\Garmin\Courses. Lees meer over het verwijderen van gegevens en over activiteiten en koersen in het boek gps wijzer voor de Garmin Edge.
Gegevens die op je gps worden opgeslagen in de map [GPS] of [Edge]:\Garmin\Activities worden gebruikt voor synchronisatie met Garmin Connect. In Garmin Connect worden de statistieken bijgehouden. Gebruik je Garmin Connect, verwijder de gegevens pas als je de synchronisatie hebt uitgevoerd.
Het is belangrijk je gps – en andere apparaten die je op je computer of laptop hebt aangesloten – veilig te verwijderen. Dat kan voor een Windows computer of laptop op verschillende manieren. Bij een Mac is het ook noodzakelijk om veilig te verwijderen, omdat op je gps anders bestanden achterblijven. We geven hier wat tips voor Windows gebruikers.
Maar soms lukt het niet goed. Je krijgt een melding dat er nog een programma actief is of de computer loopt helemaal vast. Als oplossing kun je een hulpprogramma Antirun installeren. Het programma kun je hier downloaden. Installeer het. Zodra je nu een toestel aansluit, krijg je informatie over je toestel en kun je het toestel via Eject verwijderen. Via Open disk wordt direct de Windows verkenner geopend. Er is ook nog een pro versie met enkele extra mogelijkheden.
Vaak krijgen we de vraag of je piepjes kunt krijgen bij een track. Vroeger bij de Garmin gpsmap 60 serie kreeg je bij zogenaamde draaipunten inderdaad een piepje. Met de huidige gps’en gebeurt dat niet meer, omdat de tracks vaak uit veel punten bestaan. Je zou dan veel te vaak een piep krijgen. Toch is er een methode om piepjes bij een track te krijgen. Dat kan met het programma RTWtool van Javawa, dat weliswaar niet meer ondersteund wordt, maar nog zeer goed bruikbaar is. Je kunt het via deze link downloaden.
De gegevens die de piepjes geven zitten dus in een Poi bestand. Na afloop van de tocht is het verstandig het bestand weer te verwijderen. Zou je dat niet doen en op een andere manier door hetzelfde gebied lopen of fietsen dan krijg je steeds de piepjes te horen en de afslagaanwijzingen te zien.
Hieronder tonen we een aantal afbeeldingen, zodat je een indruk krijgt wat je onderweg te zien kunt krijgen.
Achtereenvolgens zie je van links naar rechts:
Via Stel in > Geluid > Gevarenzones kun je instellingen maken voor de piepjes die je al of niet wilt horen.
Voor de navigatie kun je dus de track navigeren of tonen op de kaart. Het voordeel van tonen op de kaart is dat je de afslagaanwijzingen duidelijker gaat zien.
Gebruik je een outdoor toestel van Garmin dan kun je bij het gebruik van routes ook piepjes krijgen. Dat geldt voor zowel directe routes als berekende routes.Hoe je dit doet lees je in de boeken van gps wijzer:
In alle moderne outdoor gps’en van Garmin kun je piepjes instellen. Je hebt keuze uit maar liefst 19 tonen. Alleen de knoppenmodellen hebben de mogelijkheid om een Toetstoon te kiezen; je hoort dan steeds een piepje als je een knop indrukt. De vraag is: wil je dat? Zo niet, zet het uit (de optie onderaan het keuzelijstje).
De Berichttoon hoor je bij schermberichten zoals Batterijen bijna leeg of Aankomst bij 007 en ook als een routeberekening of herberekening klaar is. Wel handig; kies een neutraal piepje bijvoorbeeld nummer 7.
Waarom zou je piepjes bij Afslagwaarschuwingen gebruiken? Wanneer je niet steeds op je gps wilt kijken, zijn piepjes handig, want ze waarschuwen je voor de nadering van een richtingsverandering bij een route navigatie. Bedenk dus dat je bij een track/spoor navigatie nooit piepjes krijgt, tenzij je de methode uit dit artikel toepast. Er is een verschil in het gebruik van de piepjes bij directe routes en berekende routes. We leggen je het uit.
Navigeer je een directe route, dan kun je bij nadering van elk routepunt een piepje horen als je hebt ingesteld. Bij de GPSMap 66 serie kun je ook nog een trilsignaal instellen.:
Alle overige instellingen hebben bij directe routes geen effect, dus daar hoef je niets aan te doen: uit- noch aanzetten heeft zin. Je hoort bij wandelen het piepje zo’n 8 tot 20 m van te voren, bij fietsen eerder, afhankelijk van je snelheid. Hoe harder je nadert, hoe eerder de piep klinkt.
Meer over het navigeren en maken van directe routes lees je in het boek gps wijzer, o.a. in hoofdstuk 1.7, 2.8, 3.1, 5.1, 8.2, 8.6, 12.2, 16.4.9 en 17.9.
Navigeer je een berekende route, dan kun je ook een Waarschuwing vroege afslag / Voorwaarschuwing afslag instellen. Het effect is, dat je voor één afslag twee keer gewaarschuwd wordt, zo’n 100m en zo’n 50m van te voren. Je kunt twee verschillende tonen kiezen of twee keer dezelfde. Er zijn echter wel een paar kanttekeningen te maken:
Alleen op de GPSMap 66 serie kun je het geluidsniveau van de piepjes instellen:
Onze cursisten zeggen wel eens “ik hoor de piepjes op mijn toestel niet”. Daar kunnen een aantal redenen voor zijn:
Meer over het navigeren en maken van berekende routes lees je in het boek gps wijzer, o.a. in hoofdstuk 1.7, 3.4, 5,3, 12.1.2, 12.2 en vooral heel hoofdstuk 17.
Waarom schrijven we niets over tracks en piepjes? Omdat de Garmin outdoor modellen nu eenmaal nooit tracks en piepjes combineren. Toch is er een bijzondere mogelijkheid waarmee je toch piepjes bij een track kunt krijgen. Het staat hier beschreven.
Nog even een laatste waarschuwing: je kunt nooit voor 100% vertrouwen op de piepjes. Zowel bij directe als bij berekende routes is het wijs af en toe toch eens een extra blik op je gps te werpen.
Wil je meer over gevarenzones (instellen, piepjes en handig gebruik ervan) weten, lees dan de faq over gevarenzones.
De handleidingen voor BaseCamp vind je in onze boeken gps wijzer voor outdoor toestellen en voor de Garmin Edge’s. Over het printen van gegevens uit BaseCamp hebben we nog aanvullende informatie.
Vanuit BaseCamp voor Windows kun je met de juiste instellingen een aantal gegevens printen. Het gaat om:
Je kunt dus in alle gevallen een kaart printen. Bij een route en avontuur kun je ook aanvullende informatie printen indien je dat aangeeft. We adviseren je om eerst de juiste printer te kiezen: Bestand > Printen > Printer > selecteer de juiste printer. Je kunt ook eerst een pdf printer kiezen om het resultaat als een pdf vast te leggen. Een pdf bestand kun je ook gemakkelijk delen met anderen. Je hebt ook altijd de mogelijkheid om op de Voorbeeldweergave te klikken, zodat je het resultaat van je instellingen ziet, voordat je misschien onnodig pagina’s gaat printen.
Nadat je op een zoekresultaat hebt geklikt, krijg je een wolkje op de kaart met daarin het printertje. Klik er op en je kunt de instellingen maken.
Open in BaseCamp het gedownloade avontuur > klik op Grafiek > klik op het tabblad Eigenschappen > Afdrukken. Je kunt nu de instellingen maken.
Open de route of track door er in de bibliotheek op te dubbelklikken of met de rechtermuisknop op klikken > Openen. Je komt op het Eigenschappenscherm. Klik op Afdrukken. Je kunt nu de print instellingen maken bij Pagina-instelling.
Je kunt kiezen op hoeveel pagina’s de kaart wordt afgedrukt. Kies je voor 2 x 3 dan krijg je 6 pagina’s. het instellen kan zowel bij de rijen en kolommen als via het selecteren van het aantal blokjes.
Kies voor Millimeter, daardoor zie je ook bij Marges voor overlap en Marges de instelling in millimeters
Kies hoeveel millimeters de kaarten moeten overlappen.
Dit spreekt voor zich.
Spoor / route details
Routes optimaliseren wat is dat en hoe kun je dat toepassen? Het kan zijn dat je met je gps een route wilt afleggen langs een aantal locaties (waypoints). Zoals je op de afbeelding ziet hebben we enkele van de Friese elf steden gekozen. Daarvoor hebben we eerst van elke stad een waypoint gemaakt. Zorg er voor dat je eerst het route type Direct kiest. Daarna selecteer je in de BaseCamp bibliotheek in de lijst alle waypoints die je in een route wilt opnemen. Rechtsklik in de bibliotheek op de waypoints en klik op Route maken op basis van geselecteerde waypoints. Je ziet dat er een directe route wordt gemaakt via de waypoints. De volgorde is op basis van het alfabet.
Wil je de route nu optimaliseren, zo dat er de slimste directe route wordt gemaakt? Klik dan in het route eigenschappenscherm op Optimaliseer. Er verschijnt een nieuwe directe route.
Nu wil je er een berekende route van laten maken. Je opent het eigenschappenscherm van de route. Daarin kun je het juiste activiteitenprofiel voor jouw route selecteren. Er wordt daarna direct een nieuwe route berekend.
Bij het optimaliseren wordt de volgorde gekozen op basis van hemelsbrede lijnen. Dit wil dus nog niet zeggen dat het de kortste of slimste route is. Het kan zijn dat er tussen twee punten die vlak bij elkaar liggen een barrière is waardoor er een grote omweg gemaakt moet worden. Soms is het dan slimmer dat je volgorde van de via-punten handmatig aanpast, zodat je eerst langs een ander punt gaat. Je kunt altijd aanpassingen maken door de volgorde van de punten te wijzigen. Zie hiervoor de handleidingen van gps wijzer:
Voor het gebruik op een Garmin smartwatch of Garmin Edge, adviseren we je van de route een track te maken. Deze track kun je dan naar je gps verzenden.
Je kunt het programma BaseCamp gratis downloaden van de Garmin website. De volledige instructie voor dit programma vind je in de hierboven genoemde boeken.
Alle routes die je in je gps maakt (zie hoofdstuk 5.1 en 5.4 van het boek gps wijzer), kun je wijzigen en omkeren: zowel directe als routerende routes. Dat geldt ook voor directe routes die je in BaseCamp maakt. Maar het geldt niet voor routerende routes van BaseCamp. De oorzaak is de codering in het door BaseCamp gegenereerde gpx-bestand. Wil je de route ook omgekeerd kunnen volgen, dan zul je dat in BaseCamp moeten voorbereiden. Daar kun je de route dupliceren en het duplicaat dan omkeren (hoofdstuk 17.24 in het boek gps wijzer).
We krijgen wel eens de vraag of het handig is om een gps bij het paardrijden te gebruiken. Het antwoord is simpel: dat is het zeker. Er zijn steeds meer paardrij- en ruiterroutes op het internet te vinden. Door deze op je gps te zetten, kun je ze gemakkelijk volgen. Ook zijn er speciale routes voor het mennen beschikbaar. Bedenk wel dat je de ‘routes’ die je downloadt op je gps terugziet als track of spoor.
Er zijn verschillende kaarten te downloaden met gegevens voor het paardrijden. Een goede kaart is te vinden op: http://www.wanderreitkarte.de/garmin_de.php. Van verschillende delen van Europa zijn er kaarten te vinden. Deze kaarten kun je zowel installeren op je pc en daardoor in BaseCamp gebruiken, als direct op je gps plaatsen. De kaarten zijn echter niet routeerbaar. Dat betekent dat je er geen routes op kunt laten berekenen. Je kunt in Basecamp wel een track exact over een pad tekenen waarop je met je paard mag komen. Het is even wat werk, maar het is goed mogelijk. Indien je niet weet hoe dit moet, kun je het lezen in ons boek gps wijzer in hoofdstuk 16. Een tweede optie – en nog eens minder werk – is het maken van een directe route. Je leest ook alles over directe routes in het zojuist genoemde boek.
De legenda vind je op http://www.wanderreitkarte.de/download/Legende.pdf. Hier staan enkele afbeeldingen van de legenda die speciaal voor het paardrijden bedoeld zijn.
Op de website routeplanner van Waypoint kun je paardrijroutes uitzetten in Twente en als GPX route, track of koers downloaden.
Wellicht vind je het interessant om ook enkele websites te hebben waar je de paardrijtochten kunt downloaden. We noemen er enkele:
Tenslotte noemen we nog een website waar je een zogenaamde doorzichtige overlay kunt vinden met ruiterroutes. De kaart is wel wat gedateerd en geeft beperkte gegevens. Hopelijk komt er een keer een verbeterde versie.
Heb je zelf nog tips, laat het ons even weten.
In 2023 is het gebruik van koersen geintroduceerd op de GPSMAP en Montana. In onze handleidingen hebben we al veel instructies geschreven. Hier geven we een stappenplan koers navigatie zodat je er handiger gebruik van kunt maken. Een koers op een outdoortoestel is een track die wordt omgezet naar een berekende route met afslagaanwijzingen. Bij het toestel vind je omgezette tracks niet bij routes maar bij de Koersen.
We beschrijven het stappenplan koers navigatie voor het toerfietsen, omdat daarbij koersnavigatie het meest praktisch is om te gebruiken. Bij wandelen is de kans groot dat het niet optimaal functioneert.
Maak eerst een nieuw profiel aan noem het bijvoorbeeld Fietskoers.
Er zijn verschillende methoden om een track naar het toestel te zenden. Afhankelijk van de toegepaste methode moet je al of niet de track omzetten naar een koers. We beschrijven drie methoden.
3. De koers gebruiken en tonen op de kaart
Via Find / Waarheen > Koersen > selecteer de koers > Ga kun je de koers navigeren en krijg je afslagaanwijzingen.
Tip: je kunt de track ook tonen op de kaart. Heb je alleen een koers dan kun je de koers opslaan als track en daarna tonen op kaart.
We schrijven de instructies voor de toestellen in het boek GPS Wijzer en in de aanvulling.
We hopen dat je door dit stappenplan koers navigatie prettig op pad bent. Heb je opmerkingen laat het weten. Als je vragen hebt, neem een keer deel aan een cursus.
Een track kan met het programma BaseCamp van Garmin worden aangepast. Je kunt daarmee tracks corrigeren door te filteren, punten verplaatsen, splitsen in verschillende stukken en meerdere tracks aan elkaar koppelen. Hoe je dit doet, lees je in onze boeken gps wijzer voor outdoortoestellen en de gps wijzer voor de recreatieve en sportieve fietser.
Ook met het programma RTWtool van Javawa kun je een aantal correcties uitvoeren zoals tracks corrigeren en filteren. Dit programma kun je downloaden via de website van Javawa. Weliswaar wordt het programma niet meer ondersteund, maar is nog uitstekend bruikbaar.
Probeer eerst het filteren uit. Via Open bestand kun je het bestand met daarin de track in RTWtool openen. Bij Instellingen > Filteren kunnen een aantal instellingen gemaakt worden:
Daarna kies je in het hoofdscherm bij Uitvoer naar > Garmin bestand (.gpx/.gdb); bij Tracks > Uitvoeren als > Tracks en Bewerking > Filteren (****). Waarbij de **** staan voor je keuze bij de instellingen. Als je de track nog verder wilt gebruiken, klik je op Hergebruiken.
Hoe kun je een track met daarin een lange rechte lijn corrigeren of een track met een foutief start- of eindpunt? Open de track in RTWtool. De track pas je aan via: Tracks > Bewerking > Tracklogs corrigeren > Converteren. De track wordt opgesplitst of foutieve punten worden verwijderd. Je kunt het bestand opslaan in een door jou gekozen map en het resultaat zie je in RTWtool onder het tabje Uitvoer. Via Toon op kaart zie je de track op de kaart.
De eTrex touch 25 die bij de ANWB is gekocht, bevat als leuk extraatje 200 tracks in één gpx bestand. Deze 200 wandelroutes zijn natuurlijk een erg leuke plus, maar het gevolg is dat je de tracks die je er bijplaatst niet worden uitgelezen door de gps. Garmin heeft het aantal tracks voor de eTrex 25 gemaximeerd op 200.
We adviseren je het bestand van de gps af te halen en ergens op je computer te plaatsen. Je vindt het bestand in de map [GPS]:\Garmin\GPX. Nadat je het hebt verwijderd, start je de gps op, voordat je er nieuwe bestanden op zet. Nu kun je de eTrex 25 opnieuw koppelen met de computer en nieuwe tracks / sporen op je gps zetten. Doordat je het ANWB bestand hebt verwijderd, kun je ook andere tracks toevoegen en worden deze door de gps normaal uitgelezen. Hoe je tracks importeert in BaseCamp en vanuit BaseCamp naar je gps verzendt, lees je in het boek gps wijzer.
Wanneer je een of meerdere tochten uit het ANWB bestand wilt lopen, kun je het bestand openen in BaseCamp. Vanuit BaseCamp kun je vervolgens een track die je wilt gaan volgen naar je gps zenden.
Voor de gemiddelde gps gebruiker voert deze materie wat ver. Het gebruik van een user grid of gebruiker grid is alleen in speciale gevallen nodig. Je wilt vanaf een kaart een punt naar je gps overbrengen en het gridsysteem is niet bekend in je gps.
Wanneer het gridsysteem nog niet voorgedefinieerd is in je gps, kun je dit dus met speciale gegevens instellen bij de outdoortoestellen. het is niet mogelijk bij de Garmin Edge’s.
Het instellen op je gps doe je via Stel in > Positieweergave > Positieweergave > Gebruikergrid. Voer achtereenvolgens Gridprojectie, Valse oostwaarde (), Valse noordwaarde, Schaal, Centrale meridiaan en indien daarom ook wordt gevraagd de Basisbreedtegraad, Breedtegraad van parallel 1 en 2 in. Bij Kaartdatum voer je de DX, DY en DZ gegevens in en tenslotte bij de kaartsferoïde de DA en DF waardes. Staat de informatie niet op de kaart, dan moet je je wenden tot de kaartleverancier of kijk op www.gps-wijzer.nl/coordinaten.
In BaseCamp stel je het gebruikers grid in via:
Windows: Bewerken > Opties > Eenheden > Positie > Grid > Door gebruiker gedefinieerd grid.
Mac: BaseCamp > Voorkeuren > Algemeen > Positieweergave > Aangepast.
Mijnenvelden en gps, wat hebben ze met elkaar te maken? De vraag kwam naar voren tijdens een gps cursus voor militairen die op missies gaan. Uiteraard kan een mijnenveld ook een ander obstakel zijn. Hoe kun je op je gps aangeven dat je een bepaald gebied of obstakels wilt vermijden. Je hebt daarvoor natuurlijk vooraf wel enkele gegevens nodig, bijvoorbeeld de coördinaten of een kaart waarop is aangegeven waar het obstakel is. We leggen twee mogelijkheden uit.
Lees ook de faq over gevarenzones.
Je ziet hier en de track en de gevarenzone. Zodra je de gevarenzone in komt krijg je een melding.
Als je in een gebied improviserenderwijs gaat wandelen, kun je bepaalde gebieden aanmerken die je niet interessant lijken en op deze wijze markeren op de kaart. Dat kunnen bijvoorbeeld vakantieparken in een natuurgebied zijn of een industriegebiedje of bedenk het zelf maar. Heb je nog andere leuke toepassingen, laat het ons weten.
Je gps berekent gemiddeld 1 x per seconde je positie en de afgelegde afstand. Zelfs in een snel voertuig op een bochtige weg levert dat een vrij exacte afstandsbepaling op. Deze afstandsmeting kun je in de tripcomputer terugvinden. Je tracklogpunten worden veel minder frequent opgeslagen (afhankelijk van je instellingen) dan er metingen worden gedaan. Dat betekent dat er regelmatig stukjes worden ‘afgesneden’. Hierdoor zal je tracklog dus een vertekend beeld van de lengte van je tocht geven. In het voorbeeld op de afbeelding is de tracklog zo’n 12% korter dan de werkelijke afstand. Lees meer over de instellingen van je tracklog in hoofdstuk 6 van het boek gps wijzer.
Kaartbestanden verdwijnen soms wanneer je een nieuwe kaart op je gps plaatst. Kaartbestanden die je downloadt van internet (Open fietsmap bijvoorbeeld) of die je via MapInstall op een leeg sd’tje installeert, hebben de naam gmapsupp.img. Zo’n naam wordt door je gps als een tijdelijk bestand gezien, dat overschreven wordt bij een volgende kaartinstallatie. Controleer of je zo’n bestand hebt, en zo ja, hernoem het. Hoe je dat doet en hoe voorzichtig je daarbij moet zijn en waar je op moet letten, lees je in hoofdstuk 15.5 van het boek gps wijzer.
GPS Wijzer adviseert in haar boeken de wereldkaart – Worldwide DEM Basemap – altijd Aan te zetten. Waarom eigenlijk?
Sommigen denken dat dat te maken heeft met het verkrijgen van de juiste hoogtegegevens als je op de kaartpagina een waypoint aanmaakt (zoals je in hoofdstuk 9.1 leert; zie ook hoofdstuk 11.1). Dat is niet juist. Die hoogtegegevens krijg je ook als al je kaarten Uit staan.
Het heeft wel te maken met het sterk uitzoomen van je gps-kaart. We gaan in de volgende uitleg uit van een eTrex 35 waarin de WW Dem Basemap en de OFM BNL aanstaan met de instelling Detail > Normaal; dat laatste is de standaardinstelling. De afbeelding links is op een redelijk wandel- of fiets zoomniveau van 80m; je ziet geen enkel gegeven over de plaats waar je bent. Wil je je oriënteren op je omgeving, dan zoom je flink uit, tot bijvoorbeeld 5km: afbeelding rechts. Het opbouwen van je kaartscherm heeft al enige vertraging, merk je. Ga je nog verder, naar 12km (volgende afbeelding links) dan gaat de opbouw echt langzaam en het resultaat is een vrij onoverzichtelijke wirwar van lijnen. Bij verder uitzoomen (naar 20km en hoger) schakelt je gps automatisch over op het tonen van alleen de WW DEM kaart (afbeelding rechts). Geen vertraging in de opbouw meer. Maar of je er wat aan hebt… Zoom je uit naar 80km, dan springt de kaart in Noord boven (derde afbeelding links).
Wijzig je de instelling Detail > Normaal naar Minder of Minst, dan komt de overgang naar de WW Dem kaart al bij 8km dan wel 5km. Stel je in op Meer of Meest, dan komt de kaartovergang bij 30km of 80km. De overgang Noord boven blijft steeds op 80km.
Interessant detail: heb je de kaart van het Fietsroutenetwerk Nederland aanstaan, dan wordt die niet onderdrukt, hoe ver je ook uitzoomt. En dus zie je helemaal geen kaart, alleen groene wirwar (laatste afbeelding rechts).
Bij het gebruik van andere kaarten, is het effect hetzelfde; we kozen voor de OFM BNL omdat gebruikers van veel andere modellen deze kaart herkennen. Behalve die doosjes met groen deksel… Die zie je alleen als je een toestel met veel geocaches gebruikt, totdat je uitzoomt boven de 5km, onafhankelijk van de Detail-instelling. En zelfs als je alle kaarten Uit zet, blijf je de caches zien.
In onze nieuwste – zesde – editie van GPS Wijzer lees je in hoofdstuk 2.9 bijna alles over de satellietpagina. Over het bolletje schreven we niets; het is niet bijzonder functioneel. Je ziet het alleen maar als je de Satellietpagina op Noord boven hebt ingesteld. Als je dan tijdens een tocht naar je satellietontvangst, je gps hoogte of de gps afwijking wilt kijken, kun je aan het bolletje blijven zien in welke richting je beweegt. In de eerste twee afbeeldingen is dat respectievelijk NW of O. Let op: het is dus niet hetzelfde als wat de Aanwijzer of de pijl op je kompas aangeeft: dat is de richting waarin je moet bewegen om je eerstvolgende viapunt te bereiken. Waarom zie je het bolletje niet als je de Satellietpagina op Koers boven instelt? Omdat dan de richting waarin je beweegt bovenin je scherm staat (Zuid, in de derde afbeelding). Veel wijzer word je dus niet vanhet bolletje, maar het is wel leuk om te weten wat het betekent.
Om de instellingen van je satellietpagina te kunnen veranderen, druk je op de knop Menu of tik je op het symbool Menu. Het symbool zie je in de eTrex Touch en de Oregon 7xx pas wanneer je van onder naar boven stevig over je scherm veegt en in het Snelmenu (zie hoofdstuk 2.3 in GPS Wijzer) komt.
in welke kompasrichting je moet reizen om van punt A naar punt B te gaan. Op een papieren kaart: verbind A met B en bepaal met een kompas of kaarthoeklezer in welke richting die lijn loopt, bijvoorbeeld pal NO = 45o. Met een gps: richt je toestel op een zichtbaar doel (kerktoren, vuurtoren enz.) en lees de graden af op de Kompaspagina. In beide voorbeelden levert deze peiling de koers op die je strikt zou moeten volgen om B te bereiken: loop, rij of vaar steeds consequent langs de (denkbeeldige) lijn van A naar B. Elke afwijking van die lijn – door obstakels waar je omheen moet, of op het water door wind, golven en stroming – moet je dus steeds compenseren om weer op koers te komen. Je gps helpt je daarbij met de functie Peil en Ga. Lees hoofdstuk 9.6 van het boek gps wijzer. Al laverend, in de ‘wildernis’ of op het water, maak jij zo een route naar je doel.
Navigeer je ‘direct’ met je gps naar een wpt, waarvan je gps dan de richting én de afstand berekent, dan maakt hij een constante peiling die steeds verandert zodra je beweegt. Die peiling is meteen de constant veranderende aanbevolen koers en jij – obstakels en wind enz. trotserend – zoekt zo je route.
Navigeer je ‘routerend’ – wat alleen op het land en met een daarvoor geschikte kaart kan – dan maakt je gps het je heel gemakkelijk door alle berekeningen en keuzes voor je te doen en je een route voor te schotelen.
De Garmin outdoor toestellen kennen een aantal batterij instellingen. We leggen je uit welke je toepast en wat de functie er van is.
Op je gps kun je verschillende instellingen voor de batterij maken, omdat batterijen op een verschillende manier ontladen. Door de juiste instelling te maken, geeft de batterij indicator een zo goed mogelijk beeld weer van de aanwezige lading. Echter omdat elke batterij weer anders is, kun je er niet van uitgaan dat de indicator altijd een juiste weergave geeft. Dat ligt niet aan Garmin, maar aan het type batterij.
Er zijn vier batterij instel opties:
In de enkele outdoor toestellen kun je ook een accu plaatsen. Deze accu kun je ook door middel van een usb kabel direct opladen. De capaciteit van deze accu is minder dan de meeste goede AA batterijen. Wanneer je deze accu gebruikt, hoef je niets te wijzigen aan de instellingen. De gps herkent deze accu vanzelf.
Lees op wikipedia meer over batterijen.
Lees ook de verdere informatie over batterijen en accu’s op onze website
Er zijn vele testen over batterijen te vinden.
De Topo Active kaart is een kaart die Garmin bij aanschaf al op een aantal outdoor gps’en heeft geplaatst. Het is een vereenvoudigde versie van de OpenStreetMap. Er zijn dus veel gegevens weggelaten. In het boek gps wijzer beschrijven we hoe je aan andere gratis kaarten met meer informatie kunt komen.
Je ziet hiernaast als voorbeeld twee kaarten op een gps. De linker kaart is de Topo Active en de rechterkaart is de OpenFietsMap. Op de rechterkaart zie je:
eTrex 20x
eTrex 22x
eTrex 25
eTrex 30x
eTrex 32x
eTrex 35
Oregon 750T
Gpsmap 65, Gpsmap 65S en Gpsmap 65SR
Gpsmap 66ST, Gpsmap SR
Montana 7xx
De Garmin Active kaart met enkele extra uitbreidingen zijn ook te koop bij Waypoint. De kaart kost € 69. De kaart bevat een extra adres zoek functie, hoogtelijnen, fietsknooppunten van Nederland en het fietsroute netwerk van Nederland.