Wanneer gebruik je een gevarenzone op je Garmin outdoor gps? We geven hier een leuk voorbeeld. Je gaat al fietsend of wandelend onderweg naar Santiago de Compostella. Je hebt je goed voorbereid en de track in ieder geval op je gps geplaatst. Misschien heb je er wel een directe route bijgemaakt om te zorgen dat je onderweg handigere aanwijzingen krijgt. Je hebt ook overnachtingsplekken opgezocht en er een waypoint van gemaakt. Je weet nog niet precies hoe lang je dagtrips zullen zijn, dus de lengte van de dagtochten is niet bekend. Je bepaalt ter plekke waar je wilt gaan overnachten. De overnachtingsplekken liggen natuurlijk niet altijd precies op de tocht.
Je maakt dan een gevarenzone rond een waypoint aan, zodat je een waarschuwing krijgt zodra je in de buurt bent van de overnachtingsplek. De zone, die je invult bij Nabijheid, moet zo groot zijn dat hij over jouw tocht heen valt. In de afbeelding zie je een voorbeeld. In ons boek gps wijzer lees je meer in de hoofdstukken 4.7, 10.3.2, 16.4.6.a en 18.3.
Je kunt de zone ook op je gps maken. In het hoofdmenu vind je de snelkoppeling Gevarenzone. Daarbinnen tik of enter je op + Alarm maken. Je maakt nu een uit een van de mogelijkheden. Nadat je een keuze hebt gemaakt kun je de radius invullen. Dat wil zeggen dat je ingeeft op welke afstand je een melding wilt krijgen. Standaard staat de eenheid op miles. je kunt dit wijzigen door op de menuknop te drukken of tikken > Wijzig eenheden > Kilometers of Meters.
Op je gps kun je bij een gevarenzone een aantal instellingen maken: Stel in > Tonen / Geluid > Gevarenzones. Je kunt kiezen of je een piep krijgt wanneer je de zone binnen komt (Alarm nadert) en wanneer je de zone weer verlaat (Verlatingsalarm). De tonen hoor je alleen wanneer de instelling Gevarenzonetonen > Aan staat.
Je Garmin gps laat geen piepjes horen als je batterij of accu bijna leeg is.
« Terug naar nieuwsoverzicht